Vluchtelingen en vrijwilligers

hotel de koepel

Zorgen voor anderen kan een goed gevoel geven. Dat kan een reden voor mensen zijn met een “zorgoverschot” om zich in te zetten van ouderen, voor zieken. En tegenwoordig ook voor vluchtelingen. Enkele oproepen via social media brengt honderden vrijwilligers op de been. Voor hulp aan mensen die zij nog nooit hebben gezien, die een volstrekt andere taal spreken, een – andere – god aanbidden de zij niet kennen. Prachtig.

Afgelopen week schoof ik aan bij een maaltijd voor een dertigtal vluchtelingen. Elke week kookt een aantal van hen in een wijkcentrum van onze organisatie in Haarlem onder begeleiding van enkele doortastende vrijwilligers voor medevluchtelingen. Elke week komt een andere ploeg eten zodat iedereen aan de beurt komt.

De vrijwilligers halen via donaties geld bijeen voor de boodschappen. Ze kopen in voor 2 euro per persoon. Dat is heel erg krap, maar de maaltijd was toch erg smakelijk: heerlijk gekruide rijst, tzatziki en een stukje kip. Er was voldoende om twee keer op te scheppen. De COA verzorgt kant-en-klare catering en kan daarbij geen rekening houden met de eetcultuur in het land van herkomst. Daarom zijn de relatief sobere maaltijden in het wijkcentrum erg geliefd. Bovendien hebben de koks ook wat te doen in plaats van rondhangen.

De sfeer was ontspannen: eten brengt mensen samen. Het gesprek aan tafel verliep weliswaar moeizaam, maar we hadden veel plezier aan de tien woorden Nederlands die sommigen inmiddels hadden geleerd van andere vrijwilligers. Enkelen spraken redelijk Engels. Al met al een goed voorbeeld hoe een plaatselijke gemeenschap voldoende vrijwilligers op de baan kan brengen om enkele honderden vluchtelingen voldoende te ondersteunen om een al vast een piepklein beetje in te burgeren.

Het was tegelijkertijd vervreemdend om met deze tevreden mensen bijeen te zitten wetend dat zij vaak een gruwelijke vluchtgeschiedenis achter de rug hebben. De beelden kennen we van televisie. Maar er werd niet over gesproken. Aan tafel heerste hoop en optimisme. Ook bij de buurtbewoners die aanvankelijk erg argwanend waren en de nieuwe groep als indringers zagen. Als mensen elkaar ontmoeten en leren kennen is, ontstaat er begrip en draagvlak.

Wat mij opviel was dat een aantal vrijwilligers zelf een atiegeschiedenis hadden. Sommigen waren als kind hier gekomen, anderen tien, twintig jaar of nog langer geleden als ant of vluchteling. Ze weten wat de nieuwkomers te wachten staat en willen hen graag door die eerste fase heen gidsen. Maar ook autochtone Nederlanders helpen waar ze kunnen. Zeker vanuit de motivatie om tegenwicht te bieden aan het verzet tegen de opvang van de asielzoekers.

Dat het in Haarlem met de opvang van vluchtelingen redelijk geruisloos verloopt hangt volgens mij mede met dit soort initiatieven samen: kijk op Facebook naar Hotel de Koepel. Een stad van 150.000 inwoners brengt voldoende vrijwilligers op de been om wat extra’s te bieden aan nu 400 en straks 700 vluchtelingen. Terecht dat burgemeester Bernt Schneiders als voorzitters van de de burgemeesters wees op het belang van proportionaliteit. Hij riep op tot kleinschaliger opvang.

Het gaat om het in evenwicht houden van een complex systeem: zoals ook het klimaat een complex systeem is, of de detailhandel, is de samenleving ook een systeem. Een meer dan complex systeem, maar we weten heel goed dat je elk systeem voldoende ver uit het lood kan brengen om het onomkeerbaar te kantelen. Weliswaar is onze samenleving heel erg sterk en robuust, voor driekwart van de Nederlanders zijn de vluchtelingen ongeclausuleerd welkom, maar waarom zou je niet wat extra investeren om daarmee het draagvlak te vergroten? Wat zijn de kosten om ongeregeldheden het hoofd te bieden, vervangende locaties te zoeken als Geldermalsen, Purmerend en Steenbergen afhaken? IJzerheinig doorzetten met grootschalige opvang vanuit efficiency-overwegingen triggert andere kosten. Dan gaat de wal het schip keren. Dat moeten we voorkomen. Bij vredesmissies noemen we dat het winnen van “hearts and minds”. Misschien een idee voor binnenlands gebruik?