Toen de eerste auto’s over stoffige paden, karrenpaden en de enkele verharde straatwegen reden was het nog een avontuur. Voor de superrijken die het zich konden veroorloven. Honderd jaar later zijn de steden verstopt, zijn er alleen al in ons land tienduizenden, misschien wel honderdduizenden kilometers straten en wegen aangelegd op die auto de ruimte te geven.
Voor de fiets overigens een zelfde verhaal: vrij snel populair, en de afgelopen tien jaar herontdekt zodat fietsen de stations dreigen te verstikken. Wat eerst een privilege is, wordt na popularisering vrij snel een complex logistiek probleem door de massa waar mee dat gepaard gaat.
Facebook is in feite de fiets van de public relations. De Mannetjesmaker, een film uit de jaren negentig, met Gerard Thoolen in de hoofdrol, liet zien hoe in de jaren vijftig het PR-vak zich ontwikkelde in de politiek. Handige reclamejongens die niet een product maar een politicus of een partij verkochten aan het volk.
Niet de partijstandpunten, de inhoud, maar het publieke profiel, de uitstraling, moest het kiezersvolk aanspreken. De partijen ontworstelden zich aan de zuilen. De kiezer werd bevrijd van paternalistische dwang. Maar hoe verleidde je de kiezer? De emotie werd definitief aangeboord om de kiezers te paaien. En niet alleen partijen; de hele profit en non-profit ontdekte de emotie om kopers, donateurs en sympathisanten aan te trekken.
Public relations werd een vak met opleidingen, diploma’s: alles erop en eraan. Met docenten die niet zelden in de journalistiek hun sporen hadden verdiend en de kneepjes van het vak kenden. Je stemde je publieke profilering af op de te bereiken doelen. Na de politiek ontdekten in de jaren zestig ook bewegingen gericht op sociale veranderingen – milieu, arbeid, verkeer, derde wereld, emancipatie – de kracht van de publieke profilering.
Er ontstond een dynamische onderlinge afhankelijkheid van actievoerders, pers, politiek en soms ook politie. Provo liet zien dat je met het uitdelen van krenten een politieactie uitlokte wat weer gefundenes Fressen voor de pers was. Wat weer tot politiek tumult leidde omdat de autistische autoriteiten van die tijd geen idee hadden wat ze hier mee aan moesten. Provo en zijn opvolgers kregen de smaak te pakken van dit domino-effect en konden zo uitgroeien tot sociale bewegingen van belang.
De acties van de Russische actiegroep Femen lijkt dan ook sterk op bijvoorbeeld Baas in Eigen Buik. De pers heeft voor de verkoop interessante plaatjes nodig: en de actievoerders hebben de pers nodig. Met daarbij nog een stel regenten die zich hierdoor op de kast laten jagen is de actie geslaagd.
Inmiddels zijn we een fase verder. Ook public relations is gepopulariseerd. Elk burgerinitiatief profileert zich via de social media als twitter en facebook en elk raadslid op zoek naar profileringsmogelijkheden druk bezig met alles te “liken” wat er langs komt. Als je de sociale media goed volgt, dan kun je je niet aan de indruk onttrekken dat de samenleving overloopt van de bruisende activiteiten. Je moet je ongeveer in de huis opsluiten en via webwinkels je boodschappen doen om niet opgeslokt te worden door al die activiteiten in wijken en buurten die je op facebook ziet langskomen. Elk weekend zie ik op Facebook en Twitter leuke foto’s langs komen van een joggende moslima’s, wandelende bejaarden en rappende of sportende jongeren.
En als reactie daarop weer raadsleden die er een dagtaak aan hebben om dat allemaal tot zich te nemen, duimen op te steken en met leuke wisecracks deze actieve burgers de loftrompet toe te steken. En zich daarmee weer profileren. Hoe kleinschaliger, hoe leuker. Als de burger het allemaal zelf moet gaan doen, nou dan weten die paar actieve burgers precies hoe zij in het gevlei moeten komen bij die raadsleden die onderbouwing van hun program zoeken. Facebook is een rijk gedekte dis vol Gefundenes Fressen.
De vraag is uiteraard: en wat zien we in de wijken daar nu van terug? Een derde van de Nederlanders heeft te kampen met eenzaamheid. Ergens gaat er dus iets mis. Hoe komt het dat we zelf zo goed begrijpen hoe facebook werkt, en dan toch dit perverse mechanisme van zelfprofilering niet kunnen doorbreken en zonder enige kritische blik alles wat op facebook aan zelfpromotie langs komt voor zoete koek te slikken, retweeten en liken?
Begrijp mij niet verkeerd: ik sta achter die actieve burgers. Ik ben zelf ook zo’n vrijwilliger. Maar de optelsom van al die drukte op facebook zou wel eens de indruk kunnen wekken dat het allemaal prima gaat met die “dragende samenleving”. Dat burgers prima zelf hun broek – en die van de buurman erbij – kunnen ophouden. Dat het welzijnswerk overeind blijft door die duizenden vrijwilligers die via NL Doet een dagje het buurthuis helpen schilderen.
Lopen we niet het risico dat al die politici die juichend en likend langs de kant staan denken dat daarmee de kous af is? Is al die zelfpromotie niet het Gefundenes Fressen waardoor politici hun handen in onschuld wassen? Moeten we daarom juist niet erg kritisch zijn op die politici die druk likend Facebook afschuimen om iedereen een hart onder de riem te steken?
Of weten ze wel degelijk beter en liken ze elk initiatief, hoe klein ook, om het aan te moedigen er iets van te maken? Beseffen ze donders goed dat het één groot toneelstuk is? Juichen ze al die hardwerkende vrijwilligers toe zoals we onze kinderen aanmoedigen bij voetbal of zwemles in de hoop dat ze op enig moment door hun gestuntel heen breken?
Eerlijk gezegd: ik weet het niet. Ik heb het gevoel dat we in één groot schimmenspel van borstklopperij terecht zijn gekomen en niemand meer weet wat waar is en wat schijn. Met het levensgrote risico dat het niemand meer interesseert en iedereen alleen nog voor zichzelf zorgt. En die oude en nieuwe bouwstenen van de dragende samenleving verbrokkelen voor we er iets mee kunnen bouwen en we op ons zelf terug geworpen worden. Met facebook als enige bindende factor.
Volgende week weer een leuke blog.