Categorie archief: Racisme

De boze burger: exoot of nobele wilde (5)

Weer even alles op een rijtje:meer-tegenstanders-brexit-moord-jo-cox

Boosheid heeft zijn wortels in: niet serieus genomen worden, in bevoogding, in ontkenning door autoriteiten van problemen, in een gevoel van in de steek gelaten voelen en van onrechtvaardigheid. En in het ontbreken van vertrouwde gidsen die hoog en laag met elkaar kunnen verbinden.

Stel dat we dergelijke gidsen, duiders, weer op het schild zouden kunnen hijsen – en die neiging om dat te doen is groot zoals de discussie rond Aboutaleb toont –  wat staat hen dan te doen?

Frans de Waal beschrijft in zijn laatste boek (Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn?) een bijzonder experiment met verschillende soorten apen waarvan de ene soort agressiever is dan de andere. Tijdelijk mengen de onderzoekers beide soorten in één gemeenschap. Daarbij blijkt dat de meer vredelievende soort de andere “besmet” met hun gedrag. Apen, en volgens De Waal dus ook mensen, zijn dus erg gevoelig voor de sfeer van hun omgeving. Interessant was dat nadat de vredelievende apensoort weer uit de gemeenschap was gehaald het vredelievende gedrag in stand bleef. Omgekeerd had uiteraard ook kunnen gebeuren. De les is: emotie is besmettelijk en kan een duurzaam karakter krijgen.

Voor die andere onderzoekers van de mens als apensoort – organisatieadviseurs – geen nieuws: teams van medewerkers kunnen meer of minder goed functioneren door de sfeer die door enkelen wordt bepaald. En ook die wijsheid is niet nieuw. De volkswijsheid luidt immers dat je één rotte appel uit de mand moet halen omdat hij de rest kan besmetten.

Het probleem is dat in de huidige door social media ontstane hysteriemaatschappij er geen hogere macht is om die rotte appel eruit te halen. Rutte probeert met een soort van staatsmantoon de angel uit de hysterie te trekken – zoals deze week naar aanleiding van beschuldigingen van DENK dat “de media” een ongecontroleerde vierde macht vormen. Maar dat is juist koren op de molen van de achterdochtigen die zich nu rond DENK verzamelen. Immers: Rutte bevestigt voor hen het vermeende complot tussen macht en journalistiek.

Dat past precies in het straatje van nog veel gevaarlijker nieuwe zelfuitgeroepen leiders als Trump: zij gooien juist olie op het vuur, weigeren in gesprek te gaan met kritische media en dragen er doelbewust aan bij dat het voor sfeer gevoelige publiek, voor wie social media de enige nieuwsbron zijn geworden, op zijn wenken bediend wordt met welgevallige informatie. Het is niet toevallig dat De Telegraaf, voor wie het bespelen van de gevoelens van “wakker Nederland” corebusiness was, sterk krimpt. De social media hebben deze rol overgenomen en de journalistieke filter die er bij De Telegraaf nog tussen zat is volledig weggevallen.

Het is alsof er een deel van de samenleving aan een infuus zit waarmee de boosheid van de burger die zich in de steek gelaten voelt gevoed wordt. Opvallend daarbij is dat die boze burger zich tegelijkertijd wentelt in slachtofferschap. Elke verandering wordt ervaren als verlies. Verlies van de overzichtelijke wereld van Swiebertje en Bromsnor. Een geromantiseerd beeld van een oer-Hollandse dorpssamenleving waarin de maatschappelijke orde vast lag. Geert Wilders blijkt nog geregeld naar oude opnamen van dit oubollige programma te kijken. Verlangen naar een wereld die nooit heeft bestaan, behalve in een fictief kartonnen decor.

De televisie en internet is nu ons venster op de wereld: geen Swiebertje meer maar grote stromen vluchtelingen die uit gebombardeerde steden naar onze veilige wereld trekken. Boze Surinamers die Zwarte Piet willen verbieden. Dat er op straat in onze eigen buurt geen merkbare veranderingen zichtbaar zijn doet er niet toe. Enig relativeringsvermogen ontbreekt en niemand die de hysterie kan doorbreken. Sterker nog: de hysterie heeft nu het leven gekost van de Britse politica Jo Cox die de Brexit-hysterie te lijf ging.

Hoe krijgen we de geest weer in de fles? Door een sterke man als Aboutaleb naar voren te schuiven? Misschien, al is de reden om hem naar voren te schuiven vooral opportunisme van de PvdA om het verlies aan kiezers goed te maken. Dat kan wel eens de verkeerde reden waar de Geest van Argwaan via de social media snel korte metten mee zal maken.

Hoe dan wel? Lichtpuntjes zijn initiatieven van onderop zoals Hotel de Koepel in Haarlem: honderden vrijwilligers die zich inzetten voor asielzoekers. Niet gestructureerd, maar organisch meebewegend met wat nodig is om vluchtelingen snel in te laten voegen in de samenleving. En daarmee de angst weg nemen van Haarlemmers die verstijfd voor de buis zitten en denken dat al die honderdduizenden bootvluchtelingen zich in hun buurt komen vestigen.

Het sterke van Hotel de Koepel is dat deze “gutmenschen” ook een luisterend oor hebben voor die wantrouwende burger en niet alle problemen onder het kleed schuiven. Kortom: geen nieuwe sterke mannen graag, maar weerbare burgers die het hoofd koel houden met een warm hart voor kwetsbare burgers. En die daarbij niet vergeten dat dat deels ook die boze burgers zijn. Daarbij moeten we over onze eigen schaduw heen springen. Gelijk hebben is de brandstof voor de hysterie, gelijk krijgen vraagt om olie op de golven. Om preciezer te zijn de smeerolie van ons poldermodel. Laten we proberen om meer te polderen, in de wijken, op scholen, op het werk, op verjaardagsfeestjes. Vanuit de simpele vraag: wat kan ieder voor zich doen om die geest van hysterie weer in de fles te krijgen voor er ongelukken gebeuren? Ik ga er mee aan de slag en zal geregeld verslag uitbrengen.

De boze burger: exoot of nobele wilde (4)

vondelstraatrellenDrie weken geleden kondigde ik een kleine denkpauze aan om tot een conclusies te komen over het DNA van de boze burger. Inmiddels heb ik er drie weken over na kunnen denken. Maar ik ben er nog niet uit. De Boze Burger wegzetten als een rancuneuze kleinburger is te makkelijk.

Alles conclusies op een rijtje over het DNA van de boze burger tot nu toe:

1. Boosheid heeft zijn wortels in niet serieus genomen worden.
2: Boosheid heeft zijn wortels in bevoogding.
3: Boosheid heeft zijn wortels in ontkenning door autoriteiten van problemen.
4. Boosheid heeft zijn wortels in een gevoel van in de steek gelaten voelen.
5: Boosheid heeft zijn wortels in een gevoel van onrechtvaardigheid.

Deze week nog een extra verdiepend inzicht door twee synchroon lopende gebeurtenissen: de woedegolf op Facebook over toetreden tot DENK door Sylvana Simons, en de boosheid over de vroege zomerstop van Pauw zonder vervanging door Jinek of Knevel en Van de Brink.

De Volkskrant ontrafelde de regie achter de woedegolf over Simons: strak geregisseerd door twee ervaren Facebookers die als een rechtse Gideonsbende veel galm veroorzaken en daarmee de suggestie wekken dat er een grote volksmeute achter die woede zit. Zij triggeren uiteraard wel de latente woede op een geraffineerde manier en zijn daarmee de boekhouders van de woede zoals Peter Sloterdijk dat in zijn boek Woede en Tijd goed uitlegt. Maar het is de vraag of daar het probleem zit.

Volgens mij zit dat op een heel ander niveau. Zowel Rutte als Asscher proberen vanuit leiderschap de reactie op Simons te veroordelen, maar juist in de reacties daarop zie je waar de schoen wringt: de politiek elite heeft zijn autoriteit verloren. Het tafereel is spiegelbeeldig aan de reacties op Provo en later de krakers op de regenteske reacties zoals van burgemeesters als Van Hall en daarna notabene Polak. Een foto van de ravage na de Vondelstraatrellen geeft de sfeer van een veldslag weer waarbij de woede-uitbarstingen op social media klein bier zijn. Daar ligt de kiem in het ont-autoriseren van de politieke élite.

Tegelijk worden de politieke spelregels herschreven. Eén van de kroonjuwelen van D66, het referendum, wordt dynamiet in handen van zo’n Gideonsbende. Ik sprak deze week nog verontwaardigde raadsleden over een actie van een oppositiepartij in hun gemeente die haar beperkte invloed in de gemeenteraad gaat compenseren met een referendum. Uiteraard met een U-bocht van een comité van boze burgers. Maar even goed spelvervuiling om een volksraadpleging te organiseren als je je zin niet krijgt in de volksvertegenwoordiging. Het idee achter het referendum dat burgers rationele wezens zijn die weloverwogen op basis van inhoud stemmen kan bijgezet in de Museum van Naïviteit.

Mensen zijn intuïtieve, emotionele wezens. Zij beoordelen leiders op basis van gedrag, hoe zij kijken, gebaren. Natuurlijk helpt duiding door experts daarbij. De boosheid over de lange zomerstop van de praatprogramma’s geeft aan dat mensen daar behoefte aan hebben. Columnisten in de krant schrijven daar met opvallend veel dédain over. Dat de beter opgeleide burger een programma als Pauw nodig heeft om tot een opvatting te komen wekt hun verbazing: daar is de krant toch voor? Gedeeltelijk: maar televisie maakt het mogelijk om alle non-verbale communicatie waar te nemen. Dat lukt een krant echt niet. De krant is taal. En journalisten overschatten de kracht van taal en onderschatten de kracht van beeld. Dat deze programma’s juist door de wisselwerking tussen de gasten de duiding bevorderen – op een heel efficiënte manier: binnen een half uur observeren van het gedrag aan tafel bij Pauw weet je het wel zo’n beetje – legt twee zaken bloot: mensen hébben behoefte aan duiding, aan gidsen. En dat voor de minder hoog opgeleiden een dergelijke duiding compleet ontbreekt ontgaat blijkbaar iedereen. Humberto Tan draait de hele zomer door, maar wordt niet genoemd als alternatief. Hoge kijkcijfers, maar politiek niet van belang.

Opvallend is hier dus ook de omkering: waren tot begin jaren zeventig politiek leiders als Den Uyl juist de gidsen voor de groepen zie zowel hoog als laag op de maatschappelijke ladder stonden, nu zijn deze leiders de gidsen enkel voor de hoger opgeleide burgers en zijn de mensen voor wie de horizon wat dichterbij is en minder overzicht hebben over de ontwikkelingen in de wereld aangewezen op Facebook waar meningen verward worden met feiten. Sterker nog, met hun veroordelingen versterken Rutte en Asscher de kloof tussen “hoog” en “laag”.

Hoe dan wel? Ten eerste is het niet moeilijk om de polarisatie nog verder op te voeren. De verleiding is ook groot. Plat racisme mag immers niet onweersproken blijven. Maar besef dat je dan weggezet wordt als Gutmensch wat een verdere tweedeling triggert: precies waar de boekhouders van de woede op uit zijn.  Kortom: een doolhof van dilemma’s.

Daarom deze week nog geen conclusie, laat staan “oplossing”. Maar een zesde les:

6. Boosheid heeft zijn wortels in ontbreken van vertrouwde gidsen die hoog en laag met elkaar kunnen verbinden.

De boze burger: exoot of nobele wilde? (3)

Inmiddels deel 3 van deze feuilleton op zoek naar het DNA van de boze burger.

De eerste drie lessen waren:

Les 1. Boosheid heeft zijn wortels in niet serieus genomen worden.
Les 2: Boosheid heeft zijn wortels in bevoogding.
Les 3: Boosheid heeft zijn wortels in ontkenning door autoriteiten van problemen.

Veel boze burgers wonen in wijken waar de kansen niet voor het opscheppen liggen. Het is dan van belang om te beseffen dat in onze samenleving een onzichtbaar weefsel van verbindingen loopt. Zoals die fraaie kaartbeelden van internet- of luchtvaartverkeer. Alle plaatsen en landen zijn met elkaar verbonden, maar sommige verbindingen worden zo intensief gebruikt dat het snelwegen worden. Tegelijk zijn er ook regio’s zoals Afrika waar wel onderling verkeer is, flauwtjes, maar amper aansluitingen op de snelwegen tussen de mainports waar het grote geld verdiend wordt: Zuid-Oost Azië, West-Europa, Noord-Amerika.

Een samenleving waar je adres een rol speelt bij je kansen bij sollicitaties, waar kruiwagens meer effecten hebben dan diploma’s, waar orthodontisten de gebitten van middenklassetieners rechtzetten omdat mooie mensen meer kansen hebben: daar word je als kind van laagopgeleide ouders met een netwerk dat zich beperkt tot familie en buren moedeloos van.
Als er geen verbindingen zijn met de wereld van werk, als er geen rolmodellen zijn van mensen met succes, dan is de Doe-het-zelf-democratie vrij snel een Zoek-het-maar-uit-democratie.

Les 4. Boosheid heeft zijn wortels in een gevoel van in de steek gelaten voelen.

En laten we ook niet vergeten dat de neoliberale boodschap – dat maatschappelijk succes een persoonlijke verdienste is – er ook in hakt. Want de keerzijde van die boodschap is: als je nog steeds op de veiling werkt of in de plantsoenen, dan heb je dat aan je zelf te danken. De glanzende wereld van de rijken die via de Panamaroute geen cent belasting betalen en waarvan alle roddels tegen die glanzende achtergrond breed uitgemeten worden in “de bladen” ligt ver buiten je bereik. Het nieuws over de bonusgraaiers, de permanente nadruk van populistische politici, die uit winstbejag die pijn er nog eens goed inwrijven, wakkert die boosheid aan. Grote inkomensverschillen verminderen het gevoel van tevredenheid in de samenleving. Het gevoel van onrechtvaardigheid is een heel basale emotie. Lees de boeken van Frans de Waal erop na over de tests met kapucijnaapjes die tevreden zijn met een stukje komkommer als beloning, tot ze erachter komen dat een ander aapje voor dezelfde test een veel lekkerder druif als beloning krijgen. Dat is de wereld te klein: ongelijkheid kun je niet wegredeneren. Als een topman van een multinational zijn salaris zou delen met alle medewerkers, dan zou iedereen er een tientje bij krijgen. Dat schiet niet op. Dus waar maken we ons druk om? Maar zo werkt dat onrechtvaardigheidsgevoel niet. Het is een emotie, geen redenering.

Les 5: Boosheid heeft zijn wortels in een gevoel van onrechtvaardigheid.

Ik ga nu een week nadenken over de lering die we uit de lessen kunnen trekken.

De boze burger: exoot of nobele wilde? (2)

Na les 1 vorige week over het DNA van de boze burger nu twee lessen!  

Terug naar de boze burger en doe-het-zelf-democratie. Een vriend van mij klom op van sjouwer op de groenteveiling tot wethouder. Met niet veel meer dan lagere school leerde hij bij via een deeltijdopleiding Opbouwwerk op de sociale academie, en heeft daarna als wethouder in zijn gemeente heel veel betekend voor de wijken waar hij zich druk om maakte; de wijken waar de mensen met weinig kansen woonden. Hij bleef zichzelf, sprak de taal van de mensen waar hij voor op kwam, maar verheerlijkte hen niet. Als het moest wees hij hen terecht én hield hij ook vurig pleidooi van een stevige portie sociaal werk in de wijken. Niks doe-het-zelf-geneuzel.

Wat de afgelopen twintig jaar wel veranderd is, is dat juist de sociale klimmers geen opbouwwerker meer worden, maar kiezen voor carrière met meer verdiensten, weg van de neerwaartse zuigkracht van de volkswijk. In de plaats daarvan komen middenklasse types de wijk in met een paternalistische boodschap dat de bewoners er verkeerd eten, teveel drinken, voor hun buren moeten zorgen en hun eigen groenten moeten gaan kweken. Dat sluit niet helemaal aan bij het DNA van de wijk om het eufemistisch te zeggen. Daar kunnen die bewoners best link over worden.

Les 2: Boosheid heeft zijn wortels in bevoogding.

Dat wil niet zeggen dat de wijk het allemaal zelf kan. Toename van criminaliteit in de Friese volkswijk (zie Volkskrant van 23-04) wordt even gemakzuchtig gebagatelliseerd door de wijkraadsvoorzitter als de ministers doen met meer verkeersdoden en minder studenten. Terecht dat de wethouder nog eens op zijn hoofd krabt als de wijk de verantwoordelijkheid voor de zorg en de openbare orde naar zich toe wil trekken. Maar dat de wijk het laagste punt is waar veel ellende als vanzelf naar toestroomt klopt wel. Het zijn de wijken waar er flinke doorstroom is op de woningmarkt, de huizen klein, de huren laag en er dus snel een woning te vergeven valt aan woningzoekenden die uit de maatschappelijke opvang of detentie komen. Als je er niet woont of dagelijks komt, dringt niet gemakkelijk door wat dat betekent voor een wijk. Dat de handen van de achterblijvers dan gaan jeuken om het “op onze manier te doen” is begrijpelijk. Dat is dan weer een vorm van Doe-het-zelf-democratie zoals het weer niet bedoeld is. Zeg het maar: mogen de bewoners het wel of niet zelf doen? Of mogen ze alleen dat stuk zelf doen dat teveel geld kost: de billen wassen van de demente buurman?

Les 3: Boosheid heeft zijn wortels in ontkenning door autoriteiten van problemen.

De boze burger: exoot of nobele wilde

“De boze burger is de vervolmaking van de democratie. Hij doet het alleen wel op zíjn manier.” Mijn gesprekspartner doet vrij luchtig over alle boosheid in de samenleving. Wij lopen samen van mijn kantoor in een buurt met vrij veel boze burgers naar een afspraak. We passeren de Prijzenmepper, een Turkse döner-bakker, de Lidl-supermarkt. Ik vertel hem dat ik onlangs het begrip De Boze Burger op een onderzoeksagenda had zien staan. De Boze Burger als onderzoeksobject. Zelf heb ik ook de behoefte om het dna van de boze burger te ontcijferen, vooral om te weten welke interventies om deze buurten op te stoten in de vaart der volkeren niét werken. Want de boosheid komt vaak tot uitdrukking op wijkvergaderingen waarin goedbedoelende professionals de zoveelste boodschap komen uitventen.

In de Volkskrant dit weekend een schets van een vergelijkbare wijk in Leeuwarden en hoe wijkbewoners daar zelf het initiatief naar zich toe proberen te trekken, met medewerking van de gemeente, maar ook wel met aarzelingen. Je proeft bij de journalist de sympathie voor de zelfbenoemde opbouwwerkster, zelf opgegroeid in de wijk, door studie ontsnapt aan haar milieu maar nu weer teruggekeerd om zelf de hand aan de ploeg te slaan. Doe-het-zelf-democratie moet het zijn. En al die bemoeizuchtige professionals moeten hun biezen pakken en de overheid kan zeker beter op afstand blijven.

Ik aarzel. De one-liners-cultuur leidt ook tot risico’s op versimpeling. De opbouwwerkster in kwestie is immers een heel grote uitzondering. Deze week een thema-nummer van de Groene over de toename van de kloof tussen hoog- en laagopgeleid. Sociale klimmers zoals die opbouwwerkster worden niet alleen zeldzamer, als het ze lukt te gaan studeren, dan is het niet vanzelfsprekend dat ze zich inzetten voor de “achterblijvers”, die boze burgers. Mocht je als kansarme er in slagen om de overstap te maken naar de wereld van de kansrijken, dan is het opbreken van je carrière als jurist in het bedrijfsleven sterk afwijkend. Daar kun je geen beleid op funderen.

Om te beginnen met de eerste ontrafeling van dat boosheids-dna: deze week kreeg ik zelf erge last van boosheid. Twee berichten: in 2015 vielen er 20 doden meer in het verkeer, en kinderen uit laagopgeleide milieus gingen veel minder vaak studeren. Het eerste bericht is een schoolvoorbeeld van politieke arrogantie. Die 20 doden meer vielen precies op die trajecten waar de maximum snelheid was verhoogd tot 130 km per uur. Dûh!  Maar de minister was niet onder de indruk: ze gaat stug door. Nadat 30 jaar lang de verkeersveiligheid enorm toenam, jaar in jaar uit, schrikt ze niet van deze trendbreuk in statistiek. Terwijl alle deskundigen dit effect precies zo hadden voorspeld. 20 doden extra per jaar! 20 families in diepe rouw, verscheurd door verdriet worden ontkend opdat we het gaspedaal maar dieper mogen intrappen voor drie minuten tijdwinst van Amsterdam naar Den Bosch. Daar kan ik heel erg boos over worden.

Ook om boos over te worden: 8000 middelbare scholieren minder dan voorgaande jaren begonnen aan een studie. Oorzaak: de invoering van het leenstelsel in de studiefinanciering. Ook de minister die dit had bedacht gaf geen krimp: het zou de luwte na een soort boeggolf zijn omdat het jaar ervoor scholieren géén tussenjaar namen om nog te profiteren van de “gratis” studiefinanciering. Dat dit één van de vele losgeschoten treden is van de trap waarop mensen maatschappelijk konden opklimmen dringt niet door. Twee keer boos in één week: slecht voor de gezondheid.

Als we smalen over de “fact free politics’ van Trump, mogen we de hand ook in eigen nationale boezem steken. Ministers die alle goed gefundeerde waarschuwingen van experts in de wind slaan en de uitkomsten van onderzoeken naar de effecten onmiddellijk bagatelliseren zijn het bewijs dat die fact free politics ook bij ons vaste voet aan de grond heeft gekregen.

Les 1. Boosheid heeft zijn wortels in niet serieus genomen worden.

Volgende week verder.