Geert Wilders wil met een noodwet de Grondwet opzij schuiven. Want de stikstofnormen los laten is simpelweg in strijd met de grondwettelijk taak van de overheid om ons leefmilieu en onze gezondheid te beschermen. Gaat dat niet wat snel?
Even een aanloop: cijfers zijn soms veelzeggend: 68% van ons land is groen: landbouw, bos en recreatiegebied. Maar van die 68% is 80% boerenland. Dat zijn dus bedrijfsterreinen. Want gras is weliswaar groen, maar niet alles wat groen is, is natuur. Gras is veevoer. En door overbemesting en uitputting, monoculturen en efficiënte bedrijfsvoering is grasland vooral heel erg arm en eenzijdig. In de zomermaanden maak ik geregeld flinke fietstochten, door Noord-Holland, Zeeland en ook wel door het Groene Hart, een enkele keer door Friesland en de kop van Overijssel. Ik weet wat boerenland is, speelde er, bouwde er hutten, ving kikkervisjes, sprong over slootjes, of erin.
Weliswaar woon ik al 40 jaar in Amsterdam, maar net als mijn medestedelingen vind ik het fijn om “buiten” te zijn. Dat is dan vaak bos, duin en hei, akkerbouwgebied kan ook nog wel, zoals het kleinschalig ingerichte Walcheren, maar die eindeloze vlakke groene grasvlakten in de noordelijke provincies, zonder vogels op een enkele reiger na, met hier en daar een plukje koeien, die geen boom hebben om onder te schuilen met regen of zon: dat zijn dus gewoon bedrijfsterreinen. In Brabant laat je zo’n tochtje sowieso wel uit je hoofd. Afgelopen zomer een keer geprobeerd onder Eindhoven: buiten de natuurgebieden val je van je fiets van de doordringende stank. Pure ammoniaklucht.
Boerenland bestaat uit binnenstebuiten gekeerde fabrieken. Waar de landbouwmachines in feite mobiele rollende banden zijn. Weilanden en maisakkers zijn platgeslagen, horizontale veevoedersilo’s. Met evenveel natuurwaarde als zo’n silo. Actualiteit: we weten nu ook dat door neonicotinoïden niet alleen de insecten uitsterven, maar ook de bodemfauna doodt. Zonder wormen is grond waardeloos. Gaan we dat ook weer met Monsanto en nieuwe machines oplossen?
Mogen de niet-boeren daar ook nog iets van vinden? Want de aarde is van ons allemaal. Wat nauw aansluit op dat rentmeesterschap dat in kringen van boerenpartij CDA vaak als richtsnoer wordt gehanteerd. Afgelopen weekend maar weer eens van stal gehaald op het CDA-congres. Vanuit de gedachte dat we de schepping in bruikleen hebben en goed moeten beheren. Uitputten van grond vloekt nogal met dat principe. Hoe komen die christelijke boeren daarmee in het reine? Of het is een praatje voor de bühne?
Hoe zouden we het vinden als meer dan helft van de parken in onze steden gebruikt werden door tuincentra? Met een hek eromheen. Omdat het er een beetje uitziet als een park? Dat zou toch heel gek aanvoelen? Dat boerenland is Nederlands grondgebied. En niet zo’n klein stukje van ons land, voor méér dan de helft! Waar niet meer dan 2% van alle gezinnen in ons land een boterham mee verdienen. Waar halen boeren het lef vandaan om die grond zo te gebruiken dat het voor hen maximaal rendeert zonder zich er om te bekommeren dat hun landgenoten daar last van hebben?? Waar halen ze het lef vandaan om het buitengebied zo sterk te verarmen door hun manier van bedrijfsvoering dat de biodiversiteit daar inmiddels veel schraler is dan in de door hen zo gehate steden? Zonder zich te bekommeren hoe komende generaties die verschraling weer moeten oplossen. Hoe kunnen die boeren nog rustig slapen?
En om het laatste fabeltje de wereld uit te helpen: om ons land te voeden hebben we die landbouw – vooral de veebedrijven – in de huidige omvang niet nodig, want onze boeren exporteren meer dan ze produceren voor de binnenlandse consumptie. Een fietstochtje door boerenland is dus een fietstochtje tussen exportbedrijven.
Waarom stellen we wel welstandseisen aan woningbouw, aan de inrichting van de openbare ruimte, hebben we bomenverordeningen, allemaal om te bevorderen dat het fijn leven is in onze steden en dorpen? Waarom houdt die manier van denken op bij de grens van de bebouwde kom?
Waarom laten politici hun oren laten hangen naar actievoerders die doen alsof zij de baas zijn in het buitengebied? En dan kom ik weer terug bij het begin: staat er niet in de Grondwet dat de overheid dient te zorgen voor een goed en zorgvuldig beheer van onze grond, ons water en onze lucht? Met alle geitenpaadjes die de afgelopen decennia zijn gevonden om deze grondwettelijke taak te omzeilen zijn we volledig vastgelopen. Waar is de overheid die de grondwet als richtsnoer voor zijn beleid neemt? Artikel 21 luidt immers: De zorg van de overheid is gericht op […] de bescherming en verbetering van het leefmilieu. Artikel 22.1: De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid. Daar is toch geen woord Spaans bij? Dat kun je met een noodwetje toch niet opzij schuiven? What’s next?